Thema’s > Muziek

Voor velen is ook de Roemeense volksmuziek een openbaring. Als u een beetje rondvraagt, kunt u de meest uiteenlopende, verrassende en schitterende klanken te horen krijgen. Folkloristische dans en muziek hebben hier bepaald nog niet het stoffige cachet dat het voor de meesten in het Westen heeft : een popmuzikant zonder inspiratie moet zeker zijn oor eens in dit land te luisteren leggen. De invloeden zijn menigvuldig en lokaal sterk verschillend.

Het bekendste genre wordt gevormd door de dojna’s, droeve liederen die dor uitdrukken, een woord dat het best vertaald kan worden met ‘de blues’. Er zijn diverse ondersoorten, zoals lente-, oorlogs- en liefdesliederen. Een andere beroemde dans is de trage maar meeslepende hora. Veel sneller en vrolijker zijn de sarba en de brau (een gordeldans voor mannen). Het zijn alle twee rondo’s: dansen met verschillende patronen rond een steeds terugkerend thema.
Het bekendste instrument is natuurlijk de panfluit (naj), vooral dank zij de Roemeense virtuoos Gheorghe Zamfir.

Zeer eigenaardig is de puljta, een eigenaardige tweesnarige gitaar die in Maramures veel gebruikt wordt, half als slaginstrument. Bekender is de cimbalom, een trapeziumvormig snaarinstrument dat bespeeld wordt met lepelvormige stokjes.

Dit laatste instrument vormt samen met de viool de kern van het tjgane (zigeuner) orkest. De felheid waarmee dat af en toe speelt zou een argeloze toerist de schrik op het lijf kunnen jagen.

Het Nationale Jeugd Folklore Ensemble staat vanouds en over de gehele wereld hoog aangeschreven.