De officiele talen in Roemenie zijn Roemeens en Hongaars. De voertaal is Roemeens. Roemeens is een Romaanse taal die is voortgekomen uit verschillende Latijnse dialecten. Volgens het Foreign Service Institute is het een van de gemakkelijkste talen om te leren in de wereld. Maar maak je geen zorgen, want je zult het niet moeilijk hebben om met Roemenen om te gaan. Het merendeel van de jonge bevolking spreekt Engels (ongeveer 31% van de totale bevolking) en hoewel de oudere generaties in het Engels misschien niet veel begrijpen, zijn veel van hen Franstalig (23% van de bevolking).
De kennis van het Engels, Duits en Frans is bij internationaal opererende bedrijven, bij jongeren in de grote steden en (overheids)instanties redelijk goed. Op het platteland is deze kennis veel minder aanwezig.
De talen van de minderheden hebben in hun respectievelijke woongebieden de status van een officiële taal. Zij hebben dan ook hun eigen onderwijs, dagbladen en zendtijd op radio en televisie.
Roemeens, een op het Latijn gebaseerde taal die een voortzetting is van het Latijn
dat in de oudheid werd gesproken in Dacia en Moesia – de oostelijke provincies van het Romeinse rijk.
Een Latijns alfabet van 31 letters is in gebruik.
Roemeens is een fonetische taal, dus woorden worden uitgesproken als ze worden gespeld.
Een buitenlander die probeert Roemeens te leren of spreken, kan positieve reacties van moedertaalsprekers verwachten. De meeste Roemenen zullen het zeker waarderen dat je moeite doet om hun taal te spreken.
Het moderne Roemeens behield een aantal kenmerken van het oude Latijn, zoals zelfstandige naamvallen, die in andere Romaanse talen reeds lang geleden verdwenen. Het Roemeens bevat ook veel woorden uit de omliggende Slavische talen, maar ook uit het Frans, Oudkerkslavisch, Duits, Grieks en Turks.
Het Roemeens is tegenwoordig een Romaanse taal die gesproken wordt in Roemenië en Moldavië en door minderheden in Griekenland, Servië, Albanië, Bulgarije en Hongarije, in totaal ca. 22 miljoen personen. Naast Roemeens zou men nog het Moldavisch, zoals dat in het voormalig Russisch Moldavië wordt gesproken, kunnen onderscheiden, dat door sommigen niet als dialect, maar als aparte taal wordt beschouwd en tot ver in de 20ste eeuw in het cyrillisch schrift werd geschreven.
Roemeens is de belangrijkste vertegenwoordiger van het Balkanromaans dat verder de talen van verschillende groepen Vlachen op de Balkan omvat (die vaak ook als dialecten van het Roemeens worden beschouwd). Het Roemeens is een directe afstamming van het Latijn dat in het zuidoosten van Europa rond de eerste eeuw gesproken werd. De Roemeense morfologie komt in vele opzichten overeen met die van het vulgair Latijn: drie verbuigingen, twee geslachten; de eerste en vierde naamval stemmen overeen, wat ook het geval is bij de tweede en derde naamval. De zelfstandige naamwoorden die voorwerpen aanduiden, zijn voor het merendeel mannelijk in het enkelvoud en vrouwelijk in het meervoud; in het Roemeens noemt men deze ambigen (tweeslachtig) of neutru (onzijdig). De Roemeense taal vertoont de neiging tot conservatisme en heeft zodoende nog veel gemeen met het Latijn.
Het Balkanromaans ten noorden van de Donau heet ook wel Daco-Romaans: het omvat verschillende dialecten waarbij het Moldavisch (dat aan weerszijden van de Proet wordt gesproken) aan de Moldavische kant van de grens door de Moldavische autoriteiten wordt opgevat als afzonderlijke taal. Linguïstisch gezien is het echter als een taal te beschouwen.
Bij de samenvoeging van de vorstendommen Walachije en Moldavië, in 1859, heeft het tot die tijd gebruikelijke cyrillisch schrift plaats gemaakt voor het Latijnse letterschrift. Daardoor werd tevens de mogelijkheid geopend de spelling zodanig te vereenvoudigen dat een fonetisch schrift ontstond. De buurlanden hebben nog altijd het Cyrillische alfabet. Dat alfabet hebben ze ook in Rusland. In de Moldavische SSR werd eveneens het cyrillische alfabet gebruikt.
Het Roemeens maakt gebruik van een aantal diacritsche tekens die de Nederlandse schrijftaal onbekend zijn zoals de macron en de ogonek. Hierdoor bestaat het alfabet uit 28 letters: a, ă, â, b, c, d, e, f, g, h, i, î, j, k, l, m, n, o, p, r, s, ş, t, ţ, u, v, x, z. De uitspraak komt vrijwel overeen met die van het Nederlands, met enkele uitzonderingen, zoals:
- ă = Ned. e in parade (Roem.: paradă).
- â = ongeveer Ned. u in dun, put, wordt tegenwoordig î geschreven;
- c vóór e of i = Eng. ch in chocolate (Roem.: ciocolate); vóór de overige letters als Ned. k in kritiek (Roem.: critică);
- e = altijd lang (Ned. ee) aan het eind van een lettergreep: Roem.: degetele = de vingers;
- g vóór e of i = Eng. g in general (Roem.: general); in andere gevallen als Eng. g in glory (Roem.: glorie).
- h midden in een woord = Ned. ch in psycholoog (Roem.: psiholog); overigens als Ned.
- h: hora (Roemeense dans);
- j = Franse j in juste (Roem.: just).
- ş = Franse ch in chauffeur (Roem.: şofer);
- ţ = Ned. t in politie (Roem.: poliţie);
- u = Ned. oe in toerist (Roem.: turist).
- Medeklinkers worden nooit verdubbeld. Roem.: comisar = commissaris.
Enkele veel gebruikte woorden:
- alstublieft (iets vragen) – Va rog
- Goedendag – Bună ziua!
- Goedemorgen -Bună dimineaţa (boene diemienjatsaa)!
- goeien avond – buna seara
- goeie nacht – noapte buna
- goeie reis – Drum Bun
- dag – la revedere
- mevrouw – doamnă
- meneer – domnule
- aub – va rog
- dank u – multumesc
- graag gedaan –cu plăcere
- hoe gaat het? – Ce mai faci ?
- Tot ziens – La revedere
- hier – aici
- daar – acolo
- rechts – dreapta
- links – stînga
- open – deschis
- gesloten – închis
- aankomst – sosire
- vertrek – plecare
- uitgang – ieşire
- ja – da
- nee – nu
- dank u – multumesc
- water – apă
- mineraal water (meestal met koolzuurgas) – apă minerală
- bier – bere
- Proost – Noroc
- Eet smakelijk – Pofte buna
- Waar is het toilet? – Unde este toaleta (oende jeste tuwaaleta)
- Wij hebben een kamer gereserveerd – Avem o cameră rezervată (aavem oo kameeruh reezeervaatuh)
- Waar is een apotheek? – Unde este o farmacie?( Oendee jestee o faarmatjiee)
- Waar is het ziekenhuis? – Unde este spitalul? (spietaloel)
- hoofd – cap
- gezicht – față / chip
- haar – păr
- oog – ochi
- neus – nas
- oor – ureche
- mond – gură
- tand – dinte
- tong – limbă
- nek – gât
- lip – buză
- kaak – falcă / maxilar
- arm – braț
- hand – mână
- vinger – deget
- been – picior
- knie – genunchi
- voet – picior / talpă
- teen – unghia de la picioare
- romp – corp
- schouder – umăr
- borst – sân
- tepel – sfârc
- buik – burtă
- rug – spate
- navel – buric
- penis – penis
- vagina – vagină
- bil – fund
- anus – anus
- organen – organe
- hersenen – creieri
- hart – inimă
- long – plămân
- maag – stomac
- lever – ficat
- darm – intestin / maț
- nier – rinichi
- spier – mușchi
- huid – piele
- bloed – sânge
- Waar kan ik een taxi krijgen? – Unde pot să iau un taxi? (Oendee pot sə jouw oen taxi)
- Hoe heet deze straat? – Cum se numeşte această stradă? (Koem see noemesjtee atsjeastə straadə)
- Dank u voor uw hulp. – Vă mulţumesc pentru ajutor. (Və moeltsoemesk pentroe azjoetor)
Tellen
- 1-unu (oenoe)
- 2-doi (doj)
- 3-trei (trej)
- 4-patru (paatroe)
- 5-cinci (tjientsj)
- 6-şase (sjasee)
- 7-şapte (sjaptee)
- 8-opt
- 9-nouă (nowuh)
- 10-zece