Plaatsen > Boekowina
De Boekowina dank haar naam aan Bucovina, “Beukenland”. Boekowina is een historische regio in Roemenië (en in de Oekraïne). In Roemenie ligt zij in het noordwestelijk deel van de regio Moldavië. De oppervlakte is 10.442 km2. Het gebied ligt deels in en deels ten oosten van de Karpaten en het wordt van noordwest naar zuidoost doorsneden door de rivieren Prut en Siret. Langs de noordgrens stroomt de Dnjestr . De grootste plaatsen zijn Tsjernivtsi (het voormalige Czernowitz ) in Oekraïne en Suceava in Roemenië.
De beroemdste trekpleister van de Boekowina zijn, afgezien van het bosrijke berglandschap, vijf aan de buitenkant met fresco ’s beschilderde kloosters. De kloosters van Boekovina zijn een begrip. Als je zelf met de auto bent, kun je ze alle vijf in een dag bezoeken, maar ze verdienen meer aandacht. De buitenmuren zijn beschilderd met fresco’s en ook de interieurs zijn zonder uitzondering prachtig. Volgens kenners zijn alleen al deze kloosters de reis naar Roemenië waard. Deze kloosters zijn allen te vinden in het Roemeense deel van Boekowina: in Voronet, Moldovita, Humor, Arbore en Sucevita. Deze 15de- en 16de-eeuwse kloosters zijn opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Bij sommige kloosters kunnen nonnen uitleg geven over de fresco’s en het klooster. Als je een klooster ’s middags laat bezoekt heb je nog wel eens het geluk dat je een vesper meemaakt.
Bij de fresco’s van het Moldovitaklooster overheerst het geel. Het klooster is omgeven met hoge muren en stevige torens. Het klooster is in 1532 gesticht door de zoon van Stefan de Grote, Petru Rares. De fresco’s van dit klooster zijn in 1537 geschilderd door ene Toma van Suceava.
Het Voronetklooster is nog wel de meest beroemde van de 5. Op een van de muren van de kloosterkerk staat een fresco van het Laatste Oordeel, waardoor het klooster vaak ‘De Sixtijnse Kapel van het Oosten” wordt genoemd. Ook heel bijzonder is de kleur van de verf van de fresco’s. Wereldwijd spreek men over het “Voronet blauw”.
Het Sucevitaklooster is het grootste van de 5 en het mooist gelegen. Het klooster werd in 1584 gebouwd en wordt omgeven door muren, torens en een poort. In 1596 hebben twee schilders de kloosterkerk met fresco’s versierd in de kleuren groen en rood. Als je het klooster binnenkomt zie je op de noordelijke muur een fresco van De ladder der deugden. Op de ladder staan engelen die omhoog klimmen, de zondaars vallen van de ladder af in de armen van de duivel.
Onder het portaal zie je een fresco van Het laatste oordeel. Helaas is de fresco nooit voltooid, aangezien de schilder ervan een ernstig ongeluk kreeg tijdens het schilderen. Andere bekende fresco’s op de muren van het klooster zijn De boom van Jesse, De sluier en De hymne voor de maagd.
Geschiedenis
Boekowina staat pas sinds het einde van de 18de eeuw onder die naam bekend. Tot dan toe vormde het gebied het noordelijk deel van het vorstendom Moldavië. Dit Moldavië was een vazalstaat van het Ottomaanse Rijk toen Boekowina in 1775 door het Habsburgse Oostenrijk werd veroverd. Aanvankelijk stond het onder militair bestuur maar in 1786 werd het bij Galicië (een andere Oostenrijkse verovering) gevoegd. Er volgde een periode van immigratie van verschillende kanten: Roethenen verschillende groepen Duitsers joden en kleinere aantallen Hongaren Polen Armenen Slowaken Grieken Turken en Roma voegden zich bij de Roemenen die er al woonden. In 1849 kreeg de Boekowina een eigen status als Oostenrijks Kroonland. Toen in 1867 de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie ontstond bleef de Boekowina Oostenrijks: het werd het oostelijkste gewest van het keizerrijk en het enige waar Roemenen woonden (de andere Roemenen in Oostenrijk-Hongarije kwamen onder Hongaars bestuur).
Terwijl het centrale gezag te maken had met de nationale ambities van zowel de Roemenen als de Roethenen (die elkaar getalsmatig ongeveer in evenwicht hielden) beleefde de Boekowina een culturele bloeiperiode. In 1875 de 100ste verjaardag van de Oostenrijkse bezetting kreeg de hoofdstad Czernowitz een universiteit. De Duitsers en de joden speelden een grote rol in het culturele leven. Geen gebied in Oostenrijk telde een zo groot percentage joden onder zijn inwoners. De dichter Paul Celan was een van hen.
Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog viel Oostenrijk-Hongarije uiteen: het Verdrag van St.Germain van 10 september 1919 wees de Boekowina in zijn geheel toe aan Roemenië.
Tussen de beide wereldoorlogen zou de Boekowina Roemeens blijven. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog bepaalden nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie in de geheime protocollen van het Molotov-Ribbentroppact dat het noorden door de sovjets mocht worden ingelijfd. Op 26 juni 1940 dwong de Sovjetunie Roemenië de noordelijke Boekowina (en tevens Bessarabië en het Hertza-gebied) af te staan. Na de oorlog in 1947 (Vrede van Parijs) werd de splitsing van de Boekowina bevestigd. Czernowitz (Roemeens: Cernauti) werd bij de Oekraïense SSR gevoegd de twee steden Suceava en Radauti bleven Roemeens.
Inmiddels was de bevolkingssamenstelling aan beide kanten van de nieuwe grens grondig gewijzigd: de joodse inwoners waren grotendeels gedeporteerd en vermoord. Van de etnische lappendeken die de Boekowina anderhalve eeuw was geweest was weinig meer over.
Sinds het uiteenvallen van de Sovjetunie maakt de noordelijke Boekowina deel uit van de republiek Oekraïne.