Thema’s > Bekende Roemenen > Elisabeth I
Elisabeth I, de eerste koningin van Roemenië, werd als dichteres bekend onder haar pseudoniem Carmen Sylva (Latijns voor Lied van het Woud).
Elisabeth Ottilie Luise von Wied (haar meisjesnaam) werd geboren op 29 december 1843 in het kleine Duitse vorstendom van haar vader aan de Rijn en trouwde later met Carl von Hohenzollern, koning Carol I van Roemenië. Ze leerde al op haar derde lezen. In haar jeugd bezat ze al een tomeloze energie. Ze werd ‘de wilde roos van Wied’ genoemd en wat jaren later een ‘onophoudelijke wervelstorm’.
Over de kwaliteiten als dichteres en schrijfster van Carmen Sylva lopen de meningen nogal uiteen. Ze schreef gedichten, sprookjes en romans van neoromantisch-impressionistische strekking. Zij verwierf vooral bekendheid met werk geïnspireerd op het Roemeense landschap en de folklore. Een voorbeeldje van haar werk zijn de volgende dichtregels: ‘De massa is veranderlijk als de zee, zij draagt U naar gelang van de weersgesteldheid’. Of, over haar eigen nom de plume:
Carmen, de zang; Sylva, het woud…
Het mooie woud zingt zijn lied
En als ik niet in mijn geliefde bossen geboren was
Zou mijn luit dit lied niet kunnen nazingen!
Als vertaalster van onder andere B. Alexandri en P. Loti kreeg Carmen Sylva eveneens naam in het literaire circuit van die tijd. Maar ook toen al, schreven critici dat haar faam voornamelijk gestoeld was op het feit dat ze koningin was en minder te maken had met haar verdiensten als schrijfster.
Veel werk is van Carmen Sylva is bewaard gebleven en verzamelaars betalen hoge prijzen voor haar oude uitgaven. In 1994 toonde de 73-jarige Hildegard Emilie Schmidt uit Koblenz in haar proefschrift aan dat Carmen Sylva grote betekenis heeft gehad op een tot dusver onbekend terrein, dat van de Roemeense muziekcultuur en de kruisbestuivende werking met die van West-Europa. Carmen Sylva was een veelzijdig mens, ze ondernam van alles en publiceerde ongeveer 50 boeken waarvan er 20 dichtbundels waren.
Roemenië
Dat ze ooit nog eens koningin van Roemenië zou worden, en wel de eerste, dat had Elisabeth in haar meisjesjaren nooit kunnen dromen, al maakte ze er wel grapjes over. Ze zag in die onbekommerde jaren weinig in het huwelijk en op al de aanzoeken die ze ontving zei ze vaak: ‘Ik trouw alleen als ik koningin van Roemenië kan worden, want ginder kan ik tenminste nog een taak verrichten’. Het was haar standaardgrapje om trouwlustige lieden de mond te snoeren, want op dat moment bestond het Roemeense koninkrijk nog niet eens.
Ze maakte op een wervelende manier kennis met haar latere man, zo wil een anekdote. Op een dag toen ze wat al te onstuimig een trap afdaalde, gleed ze uit en werd pardoes opgevangen door een jonge luitenant die net de trap opklom. Die officier was de Duitse prins Carol von Hohenzollern-Sigmaringen. Hij huwde haar later, in 1869, toen hij al drie jaar vorst van Roemenië was. Het Roemeense koninkrijk ontstond na het samengaan van Moldavië en Walachije.
Muziek
Elisabeth was enthousiast en werd een geliefde koningin die de koosnaam ‘moedertje’ kreeg. Ze stichtte scholen, ziekenhuizen, hersteloorden en kinderdagverblijven. Ze zette zich in voor de gezondheidszorg, sociale voorzieningen en de kunsten, maar privé kende ze minder geluk. Haar enige dochtertje Marie overleed op vierjarige leeftijd tijdens een tyfusepidemie. Daarna ging ze steeds meer schrijven en zich met muziek bezighouden. Ze organiseerde hofconcerten en literaire bijeenkomsten en ze schreef teksten die componisten gebruikten in muziekstukken. Met De Duitse componist August Bungert bijvoorbeeld, onderhield Carmen Sylva een levenslange vriendschap, ze schreef ook teksten voor hem. De Duitse sopraan Lilli Lehmann voerde internationaal werk van Bungert en van Carmen Sylva uit, tot in de Metropolitian Opera in New York.
Borduren
Elisabeth werd bijzonder populair in haar land, vooral door haar bemoeienissen met het gewone volk. Aan het einde van de negentiende eeuw waren de Roemeense vrouwen over de hele wereld bekend om hun handigheid bij het weven en borduren, maar Elisabeth constateerde dat die nationale kunst dreigde te verdwijnen door de massale toevoer van stoffen uit het westen en vooral door bijzonder agressieve verleidingstactiek van de Parijse mode. Om dat tegen te gaan stichtte ze op eigen kosten een borduurschool, waar de Byzantijnse modellen trouw werden gereproduceerd. En om de boerenvrouwen ertoe aan te zetten hun zelfgeborduurde jurken te dragen, droeg Elisabeth altijd die kleren wanneer ze door het land trok. Op de foto (zie boven) die gemaakt is in Domburg, waar zij regelmatig kwam, heeft ze ook die dracht aan.
Melancholie
De dood van haar dochtertje bleef aan haar knagen. Ze begon de naïeve zinnetjes van haar kleuter in verzen om te zetten en de Roemeense volksliedjes die men rond het wiegje had gezongen in het Duits te vertalen. In al deze teksten overheerst de melancholie. Het zijn zwaar aangezette teksten. Lees maar:
Hoe vaak, helaas, kijk ik naar je gesloten deur!
Hoe vaak zeg ik tot mezelf: straks gaat ze open…
En, net als vroeger, zal ik mijn roze kindje zien
Dat met kleine sprongetjes, dansend naar me toe komt!
Zelfs al was het maar een geest! een vluchtige schaduw
Die me spottend zou uitdagen,
Hoezeer, mijn dierbare engel, zou mijn nog steeds bloedend
en somber hart door jouw beeld worden ontredderd!
Maar het werd oorlog. Carol I vocht samen met de Russen tegen de Turken in de veldtocht van 1877- 1878. En dat was een bloedige oorlog. Elisabeth ontpopte zich als een ware weldoenster en verzorgde gewonden in een hospitaal dat ze op eigen kosten liet bouwen. Ze sprak gewonden, zowel die van haar eigen land als gevangen genomen vijanden, moed in terwijl ze geopereerd werden. De officiersvrouwen en de Roemeense soldaten lieten uit dankbaarheid een standbeeld van haar maken (een vrouw die een gewonde soldaat te drinken geeft) en plaatsten het op een plein in Boekarest. Sinds die tijd werd ze ook ‘moeder van de gewonden’ genoemd.
En ze was heel trots op haar man. Direct na de oorlog schreef ze een brief aan haar moeder waarin ze hem veelvuldig prees. De volgende tekst is bewaard gebleven:
Moge God ons weldra een duurzame vrede verlenen die de angst uit onze harten drijft, en moge dit ontroerend tijdperk weldra tot het verleden behoren dat tezelfder tijd onze vreugde en droefheid uitwist, en alleen de schitterende indruk van het verkregen resultaat overlaat! …Karel is prachtig… Ondankbaarheid doet hem de schouders ophalen en hij vergeeft. Als men zijn weldaden miskent, schenkt hij er geen aandacht aan. Na zijn dood zal men hem Karel de Wijze noemen.
Culturele revolutie
Door de zachte invloed van Elisabeth op haar gemaal bloeiden de letteren, wetenschappen en kunsten in Roemenië in minder dan een kwart eeuw naar een nooit gekend niveau. Roemenië werd het centraal-europese land met een culturele voorbeeldfunctie. Carol I richtte in Boekarest de eerste koninklijke culturele stichting op, de Stichting Carol I, die een beslissende invloed zou uitoefenen op de wetenschappelijke voorbereiding en de sociale opvoeding van de studenten.
Monarch zijn in die tijd en in dat land was buitengewoon uitputtend, zowel voor Elisabeth als voor Carol. De koningin stond gewoonlijk heel vroeg op, soms zelfs al om vier uur in de morgen. Tot acht uur schreef ze dan, daarna vaak tot diep in de nacht, was ze koningin. En om aan de verplichtingen van hun ambt te voldoen moesten Elisabeth en Carol dagelijks vaak twaalf tot vijftien uur aan één stuk met de meest uiteenlopende personen praten: ministers, raadgevers, ambassadeurs, hoge officieren en hovelingen. de gesprekken waren soms zo vermoeiend dat Elisabeth regelmatig haar stem verloor. En als ze dan eindelijk alleen met haar echtgenoot aan tafel kon zitten waren ze veelal beiden zo uitgeput dat ze geen woord meer konden uitbrengen. Het moeilijkste voor hen was het leven in Boekarest, een erg vrolijke stad met een bruisend nachtleven. Officiële feestavonden die ze moesten bijwonen begonnen nooit voor tien uur ’s avonds of zelfs middernacht. De beide vorsten stonden onder een ontzettende druk.
Carol stierf in 1914, enkele weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Elisabeth leefde nog twee jaar in de schaduw van een groots verleden voor ze in februari 1916 eveneens overleed.
Het grootste deel van haar originele werkmanuscripten is verloren gegaan in een brand in de Biblioteca Centrala Universitarà van Boekarest, in december 1989. Wat er is overgebleven is verdeeld over bibliotheken, archieven, musea en particuliere collecties over de hele wereld.